Call-to-action in een meta description. Waarom niet?

Call-to-action in een meta description. Waarom niet?

Een beetje tekstschrijver weet raad met meta descriptions. Je vat de content samen in minder dan 160 tekens en klaar ben je. Tot ik tweederde van alle metatags op onze site had herschreven en bedacht: “Hier kan toch ook gewoon Bekijk ons hele assortiment of Lees vlug verder staan?”

Call-to-action: Lees waarom ik mij een beetje stom voelde

Ik was stomverbaasd en voelde me tegelijk een beetje stom. Want met de call-to-action maak je in sales en liefde de deal rond. Het is de uitgestoken hand en de toenadering van – elk geval één – smachtende mond. Waarom had ik dit niet eerder bedacht?

Waarom géén call-to-action in een meta-description?

Call-to-action in een meta description. Waarom niet?

Want, online marketing en communicatie staan of vallen met een effectieve call to action. Mailingen, advertenties, productpagina’s. Je kunt het zo gek niet bedenken. Zolang een prospect nog niet heeft afgerekend, steekt – voor je het weet – de call-to-action zijn gebiedende wijs om de deur.

Je website, socials en advertenties zijn als het First Dates-restaurant. Je kunt er met z’n tweeën goede gesprekken hebben, lekker eten en ‘echt een klik voelen’, die tweede date komt er pas, als je het vraagt.

Kom er maar in, Fred!

Onbewust heb ik nu het werkterrein van Fred van First Dates uitgebreid naar zoekmachines. Graag gedaan! Wijs ze vooral door naar mijn website, dan ik ontdek ik – knabbelend aan een hamburger – of we er een tweede date uit kunnen slepen.

Staan contentmakers straks op straat door AI?

Artificial intelligence (AI) wordt steeds slimmer. Je kunt er nu eenvoudig redelijke beelden en teksten mee maken. Moet ik als contentmaker nu een ander vak kiezen?

Dat dacht het niet.

Alles verandert altijd. In de Middeleeuwen was een contentmaker meestal een monnik die elke dag een bijbelpagina probeerde te maken. Dit monnikenwerk hebben boekdrukkunst, typemachines en tekstverwerkers vereenvoudigd.

Ik experimenteerde met AI

En nu is er de belofte dat AI het nog makkelijker gaat maken. Tijd voor een experiment. Een week lang klooide ik lekker aan met AI die beelden en teksten voor je maakt. Dat gaat beter dan ik had gedacht.

Niet alleen maakt het af en toe best aardige plaatjes, ook de teksten (in het Engels) slaan lang niet altijd de plank mis. En al is AI kunstmatige intelligentie, in de basis is het een domme collectie bits en bytes. Ik vertel wat het moet doen en het spuugt vervolgens iets uit waar ik – al dan niet – op zat te wachten.

AI als Word op steroïden

Op deze manier is AI een tool die je als contentmaker moet leren begrijpen. Zoals bij een synthesizer de programmeur en de toetsenist bepalen wat je uiteindelijk hoort. Ze hoeven alleen geen strijkje in te huren om je vioolmuziek te laten horen.

Daarom denk ik dat tekstschrijvers, designers en contentmakers gewoon werk blijven houden. Werk dat verandert en waarbij je geavanceerde incarnaties van Word, Indesign of WordPress gebruikt.

Heeft AI het gemunt op mijn baan als contentmaker?
Foto door Alex Knight

AI die ik nu al gebruik

Voor mijn werk gebruik ik Google Translate en Deepl om teksten te vertalen. Ontzettend knappe technologie die nog wel voor native speakers wordt gecheckt.

Tijdens mijn experiment produceerde AI een tekst die ik voor 50% zou kunnen gebruiken. Er moest nog wel een redigeerslag overheen. Ik heb het idee dat de AI nog niet slim genoeg is. En ik kan deze tekstsynthesizer vast beter leren bespelen. Wie weet kunnen we de bruikbaarheid opkrikken tot 80%.

AI tools voor contentmakers uit de nabije toekomst?

In de jaren ’80 stapte Harry Mulisch over van de typemachine naar de tekstverwerker. Dat scheelde hem veel werk bij het overtypen van geredigeerde teksten. Misschien dat De Ontdekking van de Hemel daarom wel zo’n dik boek is geworden.

De tekstverwerker maakte schrijven voor Mulisch en andere auteurs makkelijker. Daarom denk ik dat AI contentmakers tools gaat opleveren die in eerste instantie werk besparen.

  • Dat je eenvoudiger op hoge kwaliteit beelden kunt verbeteren en manipuleren
  • Teksttools die je blog lezen en aankeiltekstjes schrijven voor je nieuwsbrief, Twitter en Linkedin
  • AI die checkt of een tekst op taalniveau B1 is geschreven
  • SEO-AI die je tekst optimaliseert voor zoekmachines (al is dat misschien niet altijd een goed idee)

Word ik een promptschrijver voor AI?

Zo noemen de opdrachten die je aan AI geeft prompts. Ik heb de suggestie gehoord dat over nog wat langere tijd alleen echt goede tekstschrijvers overblijven en dat de rest promptschrijver wordt. Zeg maar een soort toetsenist voor AI.

Ik denk dat dat wel meevalt.

Ik geloof niet inhaakkalenders. Dit is waarom.

Merken haken graag in op de actualiteit. Dat is lekker herkenbaar voor je publiek en dan glijdt jouw boodschap makkelijker naar binnen.

Zo voetbalt Oranje binnenkort op een WK, racete Max Verstappen van de week in Zandvoort en gingen Nick en Simon laatst uit elkaar (transportbedrijf Simon Loos haakte daar met succes op in)

Contentmarketeers doen dat maar al te graag na. En op één of andere manier combineren ze dat met een fetisjisme voor contentkalenders. Googel maar eens op “inhaakkalender” of “issuekalender”. SEO-specialisten piekeren zich suf om met hun kalender in Google de pole te pakken.

Ik krijg van deze documenten vaak kriebel op ongemakkelijker plekken. Omdat je met een geslaagde inhaker veel mensen kunt bereiken, lijkt een “inhaakkalender” je daarbij te helpen. Volgens mij is dat niet zo.

Ten eerste zijn ze ellenlang en – ten tweede – staan ze vol met allerhande dagen van de dit, weken van de weet ik veel en maanden van de Joost mag het weten. Allemaal relevant voor actiegroepen, stichtingen en awareness-boeren die ermee op het NOS Journaal, OP1 of Hart van Nederland proberen te komen. En in 2e instantie relevant voor jouw publiek.

Praat als een piraat (want het staat op de inhaakkalender)

Ik twijfel aan het nut omdat ze niet inhaken op een gedeelde belevenis en een eigen boodschapje de media in duwen. Bovendien zijn dit meestal geen algemeen bekende dagen als Koningsdag of Kerst.

Als ik het jou niet had verteld, dan wist jij niet dat het morgen (9 september) teddybeerdag is, de 19e praat-als-een-piraatdag en weer 2 dagen later de Internationale Dag Tegen Alzheimer. Als jouw publiek dat ook niet weet, is je haakje wat slapjes.

Wat niet betekent dat het irrelevant is. Maak je content die vermaakt, dan kun je vast wel iets met teddyberen en piratenpraat. En ben je een zorginstelling, dan kun je vast wel wat rond Alzheimer vertellen. Niks mis mee.

Maar vraag je af of je daar echt een inhaakkalender voor nodig hebt. Laat je vooral inspireren, maar onthoud: Nick en Simon hielden er ook niet meer op, tijdens De Week van de Gescheiden Duo.

Kopspijker je boodschap klap na klap in je doelgroep

Ik luisterde laatst een interview met Ben Tiggelaar. Hij vergeleek het communicatievak met dat van een timmerman:

Je doelgroep is een plank. Je boodschap een spijker. En communicatie is de hamer die de boodschap er helemaal in slaat.

Een beter alibi om keer op keer hetzelfde te vertellen heb ik nog niet eerder gehoord. Bedenk daarom zo veel mogelijk haakjes en momenten om je boodschap te vertellen.

Laten we een kaaswinkel openen

… en besluiten dat we op aarde zijn om de borrel van klanten een succes te maken. Dan is dát in alle communicatie je uitgangspunt. In gesprekken aan de toonbank, je nieuwsbrief, je blogs en ook de flyer die je bij bestellingen stopt.

Je vertelt wat de kaas van het seizoen is, welke wijn er uitstekend bij smaakt en minstens vier feitjes waardoor de gastheer als een connaisseur overkomt bij zijn borrelmatties. Combineer dat met tips over het voorbereiden van borrels, opties voor vegan vrienden en hoe je voorkomt dat de odeur van stinkkaas in je delicate Saint Paulin trekt.

En dat hamerslag na hamerslag. Net zo lang tot de spijker er met kop en al in zit.

Kan je bij jouw organisatie niet op de boodschap hameren?

Probeer het dan vooral. Want de kans is groot dat er een heel pak kopspijkers uit de plank steekt. En dat klanten, prospects en kandidaten eenvoudig door de gaten in je communicatiekaas springen.

Strategie: Humor is de alibi van je zwaaiende vingertje

Hersenprofessor Scherder schittert in een publiekscampagne van NIX18. Vanuit de hersenpan van een moeder legt hij een vader uit, dat hun dochter nog geen alcohol moet drinken.

Of je nou schaap of wappie bent, niemand houdt van het vingertje. Je strategie moet daarom het hart laten geloven wat het hoofd stiekem al weet.

Als iets goed voor ons is en wij willen er niet aan, moet de overheid soms zwaaien met het vingertje. Om te vertellen dat autogordels redden, sigaretten doden en de schijf van vijf goed voor je is.

Met humor overtuigt het hart het hoofd

Professor Scherder klapt in deze commercial een hersenpan open. En terwijl wij verrast, verbaasd of verbluft naar de televisie kijken, zijn we ontvankelijk voor de boodschap, het charisma en de expertise van de professor.

Humor is de alibi om het vingertje te gebruiken. En met professor Scherder schieten ze in de roos. Hij is herkenbaar, onwrikbaar en toegankelijk. Weinig mensen in Nederland brengen wetenschap dichterbij het hart van het grote publiek.

Ook als ze de feiten liever niet horen.